Het Omgevingsplan is een juridisch bindend document dat daarom, als het goed is, met grote zorgvuldigheid wordt opgesteld en vastgesteld. Vanaf 1 januari 2024 is er per gemeente één gemeentelijk Omgevingsplan, voorlopig het Tijdelijk Omgevingsplan (TOP). De komende jaren moet het TOP worden omgezet naar een definitief Omgevingsplan maar daarin alle (voorheen) bestemmingsplannen. Het Omgevingsplan kan overigens altijd weer worden aangepast. Er is voor gemeentes veel mogelijk: een Omgevingsplan kan wijzigen op thema of per gebied. Het is nog afwachten hoe de gemeentes te werk zullen gaan.
Grotere ontwikkelingen, zoals een nieuwe woonwijk, zullen altijd met wijziging Omgevingsplan worden ingevoegd, inclusief alle benodige onderzoeken en afwegingen. De procedure voor de wijziging van het Omgevingsplan gaat volgens een uitgebreide procedure en duurt normaalgesproken al snel een half jaar. De procedure bestaat uit een aantal stappen, zodat belanghebbenden de kans hebben het plan te bekijken en er bezwaar tegen te maken.
Eén van de belangrijkste uitgangspunten van de Omgevingswet is dat plannen samen met de bevolking gemaakt worden. Participatie, vóór het formele traject, is belangrijk. Dit kunnen gemeentes op hun eigen manier invullen. Doel is dat eventuele bezwaren aan de voorkant van het traject worden ondervangen, zodat meer mensen zich in de plannen kunnen vinden, en, wellicht de bezwaarprocedure minder lang duurt.
Het ontwerp Wijziging Omgevingsplan is het uitgewerkte plan (of deelaspect) zoals de gemeente, in samenspraak met de belanghebbenden, dat graag ziet. In deze fase is de gemeente verplicht het plan ter visie te leggen en dit ook van te voren aan te kondigen. De gemeente dit via dag- en weekbladen maar ook via de site en eventuele andere communicatiemiddelen. De ter visie legging duurt meestal 6 weken. Een ieder kan een zienswijze indienen.
De zienswijzen worden allemaal bekeken, beantwoord en eventueel verwerkt in het plan. De gemeente moet onderbouwen waarom een reactie al dan niet heeft geleid tot een wijziging van het plan. Dit wordt uitgeschreven in een nota van zienswijzen. De Gemeenteraad stelt de wijziging van het Omgevingsplan uiteindelijk vast waarna het plan wéér 6 ter inzage wordt gelegd.
Tijdens de laatste ter visie legging kunnen belanghebbenden beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Niet de gemeente maar een hogere, onafhankelijke instantie, moet de zienswijzen beoordelen. De gemeente en bezwaarmakers staan dan tegenover elkaar.
Pas als alle beroepszaken zijn afgerond, en er een gerechtelijke uitspraak is gedaan, is de wijziging van het Omgevingsplan onherroepelijk.
De procedure is vastgelegd in de Omgevingswet en de Algemene Wet Bestuursrecht, afdeling 3.4.