Wet Kwaliteitsborging

De Wet Kwaliteitsborging is gelijktijdig met de Omgevingswet ingevoerd. Doel van de wet is de bouwkwaliteit te verbeteren. Voor bepaalde bouwactiviteiten doet niet de gemeente maar een onafhankelijk Kwaliteitsborger de kwaliteitstoets en begeleiding. Voor deze bouwactiviteit geldt alleen nog een meldingsplicht (omgevingsplan activiteit is nog wel vergunningsplichtig).

De Kwaliteitsborger neemt dus het toetsende controlerende werk van de vergunningverleners van de gemeente, voor wat betreft de bouwtechnische eisen, over. Een Kwaliteitsborger moet (KOMO) gecertificeerd zijn. De bouwkundige eisen staan in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) met name hoofdstukken 3, 4 en 5.  

Voorlopig geldt de Wet Kwaliteitsborging alleen voor Gevolgklasse 1. Voor gevolgklasse 0, bouwtechnisch vergunningsvrije activiteiten, hoeft u geen kwaliteitsborger in te schakelen (maar gelden wel de bouwtechnische eisen!).

Veel particuliere  opdrachtgevers zullen met de Wet Kwaliteitsborging te maken krijgen, omdat juist de grondgebonden woningen vallen onder Gevolgklasse 1. Vergunningplichtige verbouwingen vallen ook onder deze gevolgklasse maar kwaliteitsborging gaat pas in 2025 via de Wet Kwaliteitsborging. Tot dan toetst de gemeente deze plannen.

Onder gevolgklasse 1 vallen:

• grondgebonden eengezinswoningen, inclusief nevenfuncties (garage, schuur of kantoor
aan huis)
• woonboten, inclusief nevenfuncties
• vakantiewoningen
• bedrijfspanden van maximaal 2 bouwlagen, inclusief nevenfuncties zoals een kantoor
of een kantine
• nevenfuncties voor overige bouwwerken van maximaal 2 bouwlagen;
• kleine fiets- en voetgangersbruggen tot  maximaal 20 meter overspanning;
• overige bovengrondse bouwwerken geen gebouw zijnde tot maximaal 20 meter hoog
(masten, antennes, et cetera);

Kijk voor de volledige lijst hier
Let op: Vergunningplichtige verbouwingen van de hiervoor genoemde bouwwerken vallen ook onder
gevolgklasse 1 maar voor deze categorie gaat de Wkb pas op z’n vroegst op 1 januari 2025 in.

Vergunningsvrij bouwen onder de Omgevingswet is anders georganiseerd dan onder de huidige Bor. Er is nog steeds sprake van een planologische en een bouwtechnische vergunning, net als in de Bor artikel 2 (bouw én planologisch) en artikel 3 (planologisch), maar de regels zijn op verschillende plekken ondergebracht. Een deel staat in het Omgevingsplan artikel 22 (de Bruidsschat) en een deel in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl). De Wet Kwaliteitsborging haakt in op deze ‘knip’. De vergunningplicht voor het bouwtechnische deel is voor gevolgklasse 1 omgezet in een meldingsplicht. De omgevingsplanactiviteit is (meestal) vergunningsplichtig.

Onderstaand schema geeft wat u als initiatiefnemer of architect moet doen, en welke taken bij de Kwaliteitsborger komen te liggen.