Als u een vergunning aanvraagt voor bouwactiviteiten kijkt een welstandscommissie naar uw plannen. Deze commissie bewaakt de kwaliteit van de gebouwde omgeving. De commissie doet dit aan de hand van de welstandsnota, die in principe door elke gemeente is opgesteld. In deze nota staan criteria voor bepaalde objecten (objectgerichte criteria) en criteria voor bepaalde gebieden (gebiedsgerichte criteria). Het komt er meestal op neer dat plannen die goed aansluiten op de omliggende gebouwde omgeving, de toets wel doorstaan. Daarmee is niet gezegd dat afwijkende architectuur nooit mogelijk is. Daar zal de commissie dan waarschijnlijk wel extra kritisch naar kijken, omdat het er ten opzichte van de omgeving uit springt. Ook aanpassingen, restauratie en onderhoud van monumenten worden door de commissie bekeken, in de commissie zijn meestal experts op het gebied van bouwhistorie aanwezig. Een welstandsvergadering is in principe openbaar, en meestal is het mogelijk een plan toe te lichten.
Veel kleine bouwplannen worden getoetst via de zogenaamde sneltoetscriteria of objectgerichte criteria, deze zijn opgenomen in de welstandsnota en kunnen in de toekomst ook worden opgenomen in het Omgevingsplan. Hierin staat bijvoorbeeld hoe groot een dakkapel aan de voorkant mag zijn, hoe zonnepalenen in het beschermd stadsgezicht moeten worden gelegd en wat de regels zijn voor een vergunningplichtige aanbouw. Als uw plannen voldoen aan de sneltoetscriteria zal het eenvoudig zijn goedkeuring te krijgen. Het is dus de moeite waard de welstandsnota te bestuderen voordat een plan verder uitgewerkt wordt.
In twee gevallen speelt de welstandscommissie geen rol: als het gaat om vergunningsvrij bouwen én als een gemeente (voor een bepaald gebied) de welstandstoets heeft afgeschaft. Dit komt o.a. veel voor in gebieden waar kavels voor vrijstaande woningen worden uitgegeven, om naar eigen smaak een droompaleis te bouwen.
Vanaf januari 2013 kan het college vaststellen of de plannen nog worden voorgelegd aan een welstandscommissie of stadsbouwmeester. Het zou dus goed kunnen dat in de toekomst minder plannen worden voorgelegd aan welstandscommissies. >Lees meer