Jaren is er gewerkt aan een nieuwe wet, de Omgevingswet. Alle eerdere wetten en regels met betrekking tot de leefomgeving zijn per 1-1-2024 in één nieuwe wet ondergebracht. Daarnaast gelden er Maatregelen van Bestuur (de Bbl, OB, Bal, Bkl) waardoor het toch nog steeds een zoekplaatje is hoe verschillende regels aan elkaar hangen. Het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) is voor particulieren, bouwers en architecten het belangrijkste deel. Hierin staat het voormalige Bouwbesluit, maar zijn ook veel onderdelen van de Bor Bijlage II (vergunningsvrij bouwen) opgenomen. Een deel van de regels uit de Bor gaan over naar het Omgevingsplan, en kan de gemeente zelf aanpassen. Dit is de zogenaamde Bruidsschat, en is terug te vinden in artikel 22 van het Omgevingsplan. O.a. regels voor vergunningsvrije bijbehorende bouwwerken vallen nu onder de regie van gemeentes.
Gelijktijdig met de Omgevingswet is ook de Wet Kwaliteitsborging ingevoerd. Hierin staat dat sommige projecten -bouwtechnisch- niet meer door de gemeente worden getoetst en gemonitord maar door een Kwaliteitsborger. In plaats van een vergunningplicht (voor de activiteit bouwen) is er een meldingsplicht. Voorlopig geldt dit voor eenvoudige nieuwbouwplannen, Gevolgklasse 1, zoals grondgebonden woningen. De verwijzing naar de Wet Kwaliteitsborging staat o.a. in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving art. 2.17.
Onder de Omgevingswet is participatie met de omgeving een belangrijke pijler. De gemeente vraagt altijd hoe het overleg met omwonenden is gegaan. Voor grote plannen kan het verplicht gesteld worden. Dit is niet nieuw want de afgelopen decennia is participatie met de omgeving al steeds belangrijker geworden. ‘Werken in de geest van de Omgevingswet’ heeft geleid tot overlegstructuren zoals initiavenplatforms, omgevingstafels en participatiebeleid.
Het gemeentelijke Omgevingsplan vervangt uiteindelijk alle losse gemeentelijke bestemmingsplannen. In het Omgevingsplan komen ook andere regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Denk daarbij aan regels mbt het kappen van bomen of terrasregels die nu o.a. in de APV staan. Na invoering op 1-1-2024 volgt een overgangsperiode van 7 jaar, waarbinnen gemeentes de tijd hebben van het Tijdelijke Omgevingsplan naar een definitief Omgevingsplan te gaan en alles rond de Omgevingswet goed door te voeren. Voorlopig gelden nog de bestemmingsplannen peer wijk of buurt en de losse beleidsregels zoals de APV.
Veel van de landelijke regels voor vergunningsvrij bouwen (Bor Bijlage II) blijven zoals die zijn: bijvoorbeeld dakkapellen in het achterdakvlak, zonnepanelen en veranderingen van een achterpui.
Nieuw is de knip: Er is sprake van een vergunningsvrije bouwactivtiteit en een
vergunningsvrije omgevingsplanactiviteit. Het kan zijn dat voor één van de twee, of voor beiden, een vergunning nodig is. Vergunningsvrije bouwactiviteiten staan in artikelen 2.25 t/m 2.27 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Vergunningsvrije omgevingsplanactiviteiten staan voor een deel in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (artikelen 2.28 t/m 2.31) en voor een deel (o.a. bijbehorende bouwwerken) in het gemeentelijke Omgevingsplan. Kijk dus voor vergunningsvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk niet in het BBL maar in het Omgevingsplan van uw gemeente.
Zie in deze handige transponeringstabellen waar de verschillende regels uit de Bor Bijlage II in de Omgevingswet terechtkomen.
De bedoeling is dat alle regels, (Landelijk, Gemeentelijk, Provinciaal en van het Waterschap) in één centrale vergunningcheck terecht komen, via het landelijke Omgevingsloket. Voorlopig geeft de Vergunningscheck vaak geen duidelijke uitkomst maar wel een stappenplan of met wie contact moet worden opgenomen.
OW: Omgevingswet
TOP: Tijdelijk Omgevingsplan
OP: Omgevingsplan
OB: Omgevingsbesluit
BBL: Besluit Bouwwerken Leefomgeving
BAL: Besluit Activiteiten Leefomgeving
BKL: Besluit Kwaliteit Leefomgeving
WKB: Wet Kwaliteitsborging
OPA: Omgevingsplanactiviteit
BOPA: buitenplanse Omgevingsplanactiviteit
ETFAL: Evenwichtige Toedeling van Functies Aan Locaties