Sinds de Omgevingswet is bij bouwplannen sprake van De Knip. Hiermee is een verschil gemaakt tussen Bouwtechnische aspecten, zoals die voorheen in het Bouwbesluit stonden, en niet technische, zoals ruimtelijke en esthetisch aspecten. Veel vergunningsvrije bouwwerken, zoals een dakkapel aan de achterkant, waren en blijven volledig vergunningsvrij, omdat ze bouwtechnisch én ruimtelijk vallen onder de vergunningsvrije categorieën.
Maar het kan dus voorkomen dat een bouwproject alleen vergunningsplichtig is voor wat betreft a: de bouwtechniek, (bijvoorbeeld het doorbreken van een constructieve muur), of b: de niet-technische aspecten (bijvoorbeeld een dakkapel aan de voorkant of het gebruik van een bouwwerk). Er is een knip gemaakt tussen de Bouwactiviteit en de Omgevingsplanactiviteit.
De Knip geldt dus al een tijdje, maar het is niet gek er nog eens aandacht aan te besteden.
Regels mbt de bouwtechnische omgevingsvergunning staat in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl), artikel 2.25 t/m 2.27. In het Bbl staan ook de voormalige Bouwbesluit regels, waar ieder bouwproject aan moet voldoen.
De niet-technische regels staan verspreid in verschillende regelgeving. Een groot deel hiervan deel staat in het landelijke Besluit Bouwwerken Leefomgeving, zoals vergunningsvrije dakkapellen, zonnepanelen, dakramen, wijzigingen aan de achterzijde. (artikelen 2.28 t/m 2.31) Ruimtelijke en gebruiksregels staan daarnaast ook in het gemeentelijke Omgevingsplan, met name vwb bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied en erfafscheidingen hoger dan 1 meter, artikel 22.27 en 22.36 van het Omgevingsplan. Dit is dus niet meer landelijk, maar gemeentelijk geregeld. Daarnaast is er een koppeling gemaakt tussen het gemeentelijke Omgevingsplan en de nog geldende gemeentelijk Bestemmingsplannen. De regels en criteria in de Welstandsnota zijn ook van belang. Deze zijn te vinden via de website van de gemeente.
Dat regels op veel verschillende plekken staan is van tijdelijke aard. De bedoeling is dat alle gemeentes in 2032 één Omgevingsplan hebben met daarin alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving. Het Besluit Bouwwerken Leefomgeving blijft daarnaast landelijk gelden.
Bouwprojecten die vallen in Gevolgklasse 1 (o.a. nieuwbouwwoningen, woonboten, vakantiewoningen en eenvoudige bedrijfspanden) zijn vwb de Bouwactiviteit niet meer vergunningsplichtig maar meldingsplichtig. Dit is geregeld in de Wet Kwaliteitsboring. Er moet een externe kwaliteitsborger worden ingeschakeld die de plannen begeleid. Ook hier is dus sprake van De Knip, met vergunningsplicht voor de Omgevingsplanactiviteit, (gebruik en uiterlijk), en meldingsplicht voor de bouwtechniek (Bouwactiviteit).