bijgebouw
Bijgebouw: tuinhuis, schuur, garage of buitenkeuken
Een tuinhuis, schuurtje, carport, garage, overkapping, buitenkeuken: allemaal bijgebouwen die u vergunningsvrij mag neerzetten in het achtererfgebied. Van belang voor een bijgebouw is:
- de plek op het perceel
- het oppervlak
- de hoogte
- het gebruik
- de afstand tot het hoofdgebouw (voor een bijgebouw met kap is dit minimaal 4 meter)
- in een beschermd dorps- en stadsgezicht en bij monumenten gelden andere regels
- als een perceel geen hoofdgebouw heeft, zoals een weiland of bosperceel, gelden de regels voor vergunningsvrij bouwen niet.
Let op: een bouwplan is alleen vergunningsvrij als zowel de omgevingsplanactiviteit (ruimtelijk) als de bouwactiviteit (technisch) vergunningsvrij is. In principe zijn alle bijgebouwen die vwb de omgevingsplanactiviteit vergunningsvrij zijn ook vergunningsvrij vwb de bouwactiviteit. Die overlap is niet van toepassing in beschermde stadsgezichten en aan, in of bij monumenten, waar vaak de omgevingsplanactiviteit niet vergunningsvrij is.
Waar mag een bijgebouw komen?
In het achtererfgebied! Dit is in ieder geval niet vóór de woning.
Het achtererfgebied is in de meeste gevallen:
- Een achtertuin, dus het gebied achter de woning;
- Zijtuinen, vanaf 1 meter achter de voorgevel (parallel aan de weg) niet bij een hoekwoning;
- Niet: zijtuinen die grenzen aan het openbaar toegankelijk gebied (bij een hoekwoning);
- Een aanliggend weiland of natuurgebied o.i.d., dat wel in eigendom is, kan niet gerekend worden tot het achtererfgebied;
- Als het perceel ingewikkeld is, overleg dan even met de gemeente, voordat u een bijgebouw neer zet, dat voorkomt gedoe achteraf!
Regels plaatsing bijgebouw:
- Op de grond;
- Als het achtererfgebied grenst aan openbaar toegankelijk gebied, bijvoorbeeld bij een eindwoning, staat een bijgebouw minimaal 1 meter vanaf de perceelsgrens;
- Een achterpad tussen tuinen wordt normaal gesproken niet gerekend tot het openbaar toegankelijk gebied;
- De functie van een bijgebouw moet ondergeschikt zijn aan de woning, als het op meer dan 4 meter afstand staat van het oorspronkelijke hoofdgebouw;
- Dit geldt niet voor een mantelzorgwoning.
- Let op: een autotoegang (uitweg) is vaak niet vergunningsvrij, dus voor een garage is vaak wel een vergunning nodig voor de inrit! Dit is een Omgevingsplanactiviteit art. 5.21 Omgevingswet, in het Omgevingsplan kan bepaald zijn dat dit vergunningsplichtig is. Doe de Omgevingscheck om hier achter te komen.
Hoe groot mag een bijgebouw zijn?
De regels voor afmetingen zijn vanaf 1-1-2024 geregeld in het gemeentelijk Omgevingsplan maar zijn ten opzicht van de Bor Bijlage II bij de meeste gemeentes niet gewijzigd. Het is belangrijk eerst het bebouwingsgebied te bepalen. En wat er al is bijgebouwd ten opzichte van het oorspronkelijke hoofdgebouw.
Oppervlak
Het maximale oppervlak van alle bijbehorende bouwwerken is, bij een bebouwingsgebied:
- kleiner of gelijk aan 100 m²: 50 % van het bebouwingsgebied;
- groter dan 100 m² en kleiner of gelijk aan 300 m²: 50 m² plus 20% van het deel van het bebouwings-gebied dat groter is dan 100 m²;
- groter dan 300 m²: 90 m² plus 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m², tot een maximum van 150 m²;
- als er al gebouwen zijn bijgebouwd, t.o.v. het oorspronkelijke hoofdgebouw, dan telt het oppervlak daarvan al mee in de berekening!
Hoogte
- Binnen de zone van 4 meter vanaf het oorspronkelijke hoofdgebouw:
- maximaal 30 cm hoger dan de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- Dit heeft uiteraard met name betrekking op aanbouwen. Zie daarvoor aanbouwen;
- Buiten de zone van 4 meter vanaf het oorspronkelijke hoofdgebouw:
- maximale (goot) hoogte is 3 meter;
- Een bijgebouw voorzien van een schuindak mag een nokhoogte hebben tot maximaal 5 meter, mits voldaan wordt aan de afstandsregel tot de perceelsgrens;
- De maximale (nok) hoogte wordt berekend met de volgende formule: daknokhoogte (m) = (afstand tot de perceelsgrens (m) x 0,47) + 3 meter;
- Altijd meten vanaf aanliggend maaiveld! Zie wijze van meten.
Gebruik bijgebouw
- Het gebruik van een bijgebouw op meer dan 4 meter vanaf de oorspronkelijke woning is ondergeschikt aan de woning (bijv. een kasje, berging of garage);
- Uitzondering als het om een mantelzorgwoning gaat;
- Als een bijgebouw deels binnen en deels buiten de zone van 4 meter staat, geldt dat de functie helemaal ondergeschikt moet zijn;
- Het is niet toegestaan om zonder vergunning een verdieping met verblijfsruimte te maken;
- Een dakterras op een bijgebouw is niet vergunningsvrij;
- Bijgebouwen bij woonwagen en recreatiewoningen zijn niet vergunningsvrij.
In het gemeentelijke Omgevingsplan, meestal artikel 22.27, staat dat een bouwwerk tot 5 meter hoog in het achtererfgebied óók vergunningsvrij is vwb de Omgevingsplanactiviteit, mits passend in het betreffende bestemmingsplan. Dit kan een verruiming van de vergunningsvrije mogelijkheden betekenen. Check daarvoor het Bestemmingsplan van het betreffende gebied via Regels op de Kaart. Dit was vroeger geregeld in artikel 3 van Bor Bijlage II.